Menu
Nieuwsoverzicht

Vrijheid: Kostbare gave, blijvende opgave

18 april 2015

526x gelezen
1

UDDEL    –    Het is dit jaar zeventig jaar geleden dat Nederland werd bevrijd. Aan een periode van vijf jaar oorlog was een einde gekomen. Een oorlog waarvan nog dagelijks mensen de gevolgen ondervinden. Een oorlog die ook aan Uddel niet is voorbijgegaan. Toen de oorlog uitbrak in 1940 was Uddel een klein dorp, maar ook een besloten dorp. De maatregelen die de bezetter nam, drongen slechts geleidelijk door bij de inwoners van Uddel. Toen men tussen Uddel en Elspeet en Uddel en Garderen vliegvelden begon aan te leggen kwamen er veel Duitsers naar Uddel en werden ingekwartierd in het dorp. Veel inwoners moesten in het kamp Nieuw Milligen gaan werken, daar waren de paarden van de cavalerie ondergebracht. Dit was werken voor de vijand, maar zo ontkwam men aan tewerkstelling elders in Nederland. Maar zo nam men ook van de gebruik om aal alle kanten te saboteren. Via de fietstassen verdween er veel haver en rogge, wat bestemd was voor de paarden, naar de huishoudens in Uddel. Dankzij de houtskoolbranderij Beekman waren er veel Uddelse mannen in het bezit van een Ausweis. Dit behoedde hen voor gedwongen putten graven aan de IJssel. Toch moest men af en toe onderduiken om aan de ‘Arbeitseinsatz’ te ontkomen. Hiervoor waren er in kippenhokken en schuren, maar ook in het bos schuilplaatsen ingericht. Er werden holen gegraven, die gestut werden met palen en afgedekt met takken en mos. Soms werden houtskooltanks ingegraven, men liet zich dan door het mangat naar beneden zakken, zodra er een razzia dreigde. Eenmaal werd zo’n schuilplaats ontdekt en met een handgranaat onbruikbaar gemaakt. De hut was op dat moment onbewoond. Bij houtskoolbranderij Beekman waren twee Duitsers gestationeerd. Zij kregen instrukties van de Tankstelle in Baarn. Een van die duitsers was een boer uit Beieren en moest niets van Hitler hebben. Het bedrijf had heel wat aan deze man te danken. Men kon ongemerkt vele honderden ‘papieren’werknemers aantrekken, waardoor veel Uddelse mannen vrijgesteld werden van gedwongen arbeid voor de bezetter. Ook werd er soms op kantoor naar Radio Oranje geluisterd. Het heeft ook wel eens gespannen. De blanco papieren kwamen uit Baarn en Gerbrand Beekman zorgde dat er namen en foto’s opkwamen. Tot de dag de officieren persoonlijk het door Nederlanders begeerde papiertje persoonlijk wilden uitreiken. Dat zou problemen geven, want de helft van de mensen werkte helemaal niet bij Beekman en was ook moeilijk bereikbaar. Maar Gerbrand Beekman wasniet voor een gat te vangen. Hij schonk de heren een borrel, en bleef borrels schenken. Het werd laat en uiteindelijk besloten de Duitsers de papieren maar achter te laten. Er werd een stapeltje overhandigd: “was dat genoeg?” “Nee”, zei Beekman, “nog een stuk of tien”. Hij kreeg ze en niemand vroeg waar ze bleven. Op deze manier heeft het bedrijf veel voor de Uddelse bevolking kunnen doen.

Honger is er in Uddel niet geleden. Ieder verbouwde wat groente en aardappelen, terwijl de grotere boeren een deel van hun voorraad afstonden. Mensen uit het westen die op zoek waren naar voedsel werden in Uddel geholpen. Bij gart Hein konden ze terecht voor een bord warme roggepap, dat ze weer moed gaf om verder te trekken. Die rogge om pap van te maken, en bakker Schouten bakte er brood van, die rogge werd door Beekman meegebracht uit Groningen en Friesland. Hun houtskool werd door het hele land geleverd. Dat was een mooie manier om graan mee terug te nemen. Het hele dorp hielp mee om de voedselvoorziening in stand te houden.

In de oorlog zijn er drie inwoners van Uddel omgekomen als gevolg van die oorlog. Een week voor het einde van de oorlog deed zich een tragisch ongeval voor. Een aantal chauffeurs van Beekman moesten op een avond toch naog met de wagen naar Apeldoorn. Net buiten Uddel, waar de hei begint, stopten zij omdat er geallieerde vliegtuigen gezien waren. De auto werd aan de kant gezet en doken tegen de bosrand om te wachten tot het weer rustig was in de lucht. Een van de chauffeurs, Reijer Schouten, ging jassen uit de auto halen omdat men het koud kreeg.  Als begeleiding hadden zij een duitse officier bij zich. Deze sympathiseerde met Nederland en sprak ook de nederlandse taal.  De gesprekken die deze mensen voerden werden opgevangen door de ondergrondse die daar lagen te wachten op een dropping. De aanwezigheid van de Uddelse vrachtwagen verhinderde echter de afgesproken lichtsignalen te geven. Toen zij het duitse accent van die officier opvingen werd er geschoten. Hierbij kwam die officier en Reyer Schouten Uit Uddel om het leven, enkele anderen raakten gewond.

De 19-jarige Fennetje Mulder werd in haar woning aan de Elspeterweg 48 door een neerstortend toestel dodelijk getroffen. In de lokale krant (de Band, 1 mei 1985) verteld Jan Mulder, een broer van Fennetje hoe zijn zus om het leven is gekomen. Mulder: Het ongeluk gebeurde op 29 april 1944. Het was tegen half drie in de middag. Het was me al opgevallen dat er boven ons huis een vliegtuig rondcirkelde. Ik zei nog tegen mijn vader: “Dat is de tweede keer dat die overvliegt”. Mijn vader liep naar de buren en zelf ging ik verder met het schoonmaken van mijn fiets. Fennetje stond bij het kannerek waar ze potten en pannen schoonmaakte. Mijn moeder zat in de keuken en een andere zuster van me lag op bed. Ik keek weer eens naar de hemel en tot mijn grote schrik zag ik hoe dat eerder gesignaleerde toestel de kruinen van een aantal bomen vloog en recht op ons aan kwam. Ik zei tegen Fennetje: “Maak dat je wegkomt”, en zelf nam ik ook de benen. Met het landingsgestel kwam het vliegtuig in de sloot, maakte een zwaai en vaagde met de tip van de vleugel het hele achterhuis weg. Hierna vloog het vliegtuig gedeeltelijk in brand. De klap van het neerstortende toestel heb ik niet gehoord. Tengevolge van de luchtdruk werd ik waarschijnlijk tegen de grond gesmeten,  maar ik mankeerde niets. Mijn moeder die in de keuken zat had een snee in haar gezicht en mijn zuster die in bed lag mankeerde niets. Van Fennetje konde we aanvankelijk geen spoor bekennen. We wisten dat ze onder het puin en de wrakstukken van het toestel moest bedolven zijn. Toch kon je er niet dichtbij komen daar alles knapte en knetterde. Na verloop van tijd werd Fennetje door Johan de Bie gevonden. Waarschijnlijk was ze gestikt onder de staldeur. Later hoorden we dat de bemanning boven Gortel en Nierssen hun toestel hadden verlaten.

Er is nog een inwoner uit Uddel in de oorlog omgekomen, namelijk Gerrit van den Hoek zoon van Jacob van den Hoek en Jentje Bronkhorst. Hij is op dezelfde dag verongelukt als ook het vliegtuig op het woonhuis van de fam Mulder is neergestort, Gerrit van de Hoek is omgekomen doordat er een Amerikaanse bommenwerper is neergekomen op de boerderij van de fam. Wilbrink aan de Veldweg 25 te Beekbergen Gerrit van den Hoek woonde toen Riezeweg 5 te Uddel dat is nu Uttilochweg 7 Hij liet een vrouw met vier jonge kinderen achter.

Na de bevrijding van Apeldoorn op 17 april 1945 trokken de Canadezen al snel door richting Grebbelinie en dus langs Nieuw-Milligen. Daar leverden ze slag met Duitse parachutisten. Het merendeel van de Duitse militairen was enkele dagen tevoren vertrokken. Een vuurgevecht met de achterblijvers kostte enkele soldaten aan weerszijden het leven, waarna de Canadezen langs het Uddelermeer het dorp binnenkwamen. Op 18 april werden de laatste Duitsers krijgsgevangen afgevoerd naar Apeldoorn.

Ook voor Uddel was de Tweede Wereldoorlog een ingrijpende gebeurtenis. Vijf jaar van spanning, razzia’s onderduiken en dwangarbeid werden gevolgd door wederopbouw en uitbreiding van Uddel. In Uddel zijn ze niet zo spraakzaam, men deed wat gedaan moest worden, het was niet nodig om daarover te praten. Voorbij was voorbij. Het leven gaat verder. Uddel is niet meer het gesloten dorp van 1940. De ontwikkelingen van na de oorlog zijn ook Uddel niet voorbijgegaan. In het Uddels Volkslied wordt het mooi verwoord:

Waar de armoe toen regeerde
sterk gedragen door het volk
 hen de tegenslag niet deerde
men verdroeg een donk’re wolk
Vele stormen kwamen voor
maar ons dorpje leefde door

Later kwamen beet’re jaren
en de welvaart nam er toe

Met voorzichtheid vergaren
dankzij ’t geld van kalf en koe
Welke luxe men ook ziet
Uddelaars veranderen niet

 

Dankzij de Oranjevereniging Uddel is er monument gekomen ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog. En bij dit monument komen we elk jaar op 4 mei, dodenherdenking, als dorp bij elkaar om een moment stil te staan ter nagedachtenis aan hen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.

Vrijheid: kostbare gave, blijvende opgave, staat er op het monument. Zeventig jaar mogen we nu in vrijheid leven. Het zal altijd een blijvende opgave zijn om die vrijheid in stand te houden.

Zeventig jaar vrijheid, waar we zeker ook dankbaar voor mogen zijn.

 

Bron: boek Uttiloch, Utteld, Uddel
         de band
Background

Mis nooit meer het nieuws uit Uddel!

Volg ons op social media of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en evenementen in en om Uddel.

IN JE INBOX